Overzicht pagina - knopen

Op deze pagina vind je het overzicht van alle knopen die in de verschillende niveaus zijn behandeld. Alle 11 knopen hebben hun eigen toepassing op verschillende plekken in, op of rond een zeilboot, dus pak een lijn en oefen ze allemaal!

De achtknoop wordt vaak gelegd in het uiteinde van de schoot zodat deze niet kan wegglippen.

Begin met een lus waarbij het losse uiteinde boven ligt. Haal het uiteinde onder het vaste deel door en doe als laatste het losse uiteinde door de eerste lus heen.

De platte knoop kan je gebruikten om twee lijnen aan elkaar te knopen. Het zijn eigenlijk twee simpele knopen over elkaar heen.

Start door het linker uiteinde over de rechter te kruisen en er vervolgens onderdoor halen. Daarna kruis je ditzelfde uiteinde (dat is nu de rechter geworden) over de linker heen en haal je hem er onderdoor. Trek de knoop aan door aan alle vier de uiteinden te trekken.

Met de paalsteek kan je eenvoudig een lus maken aan het eind van een lijn. Deze knoop wordt veel gebruikt om een val aan een lijn te knopen.

Je begint met een klein lusje (vijver) met het losse uiteinde (slang) onder. Vervolgens maak je de grote lus om de paal heen. Nu doe je het losse uiteinde van boven naar beneden door de vijver; haal de lijn om het vaste uiteinde (boom) heen en als laatste van onder naar boven door de vijver. Trek de knoop aan door het losse eind vast te houden en het vaste eind aan te trekken.

De aanlegknoop (officieel de dubbele halve steek waarvan de eerste slippend) wordt gebruikt om een boot aan een ring te knopen.

Bij deze knoop doe je alles met een dubbelgevouwen lus. Haal deze lus door de ring en knoop deze om het vaste uiteinde (met de boot). Hierna maak je een knoop om beide uiteindes van de lijn. Trek hem strak door aan de lus te trekken.

De mastworp is een snelle knoop om een object aan een paal vast te maken.

Maak een lus met de lijn om een paal waarbij het uiteinde boven het vaste eind uit komt. Kruis nu het losse uiteinde over de lus naar beneden en maak nog een lus om de paal. Steek het uiteinde van de lijn door onder de gekruisde lijn door en trek strak.

De mastworp kan je ook op een tweede manier maken. Bij deze methode hoef je de uiteindes niet te gebruiken wat in een aantal situaties veel voordeel biedt.

Maak twee lusjes met dezelfde oriëntatie (bijvoorbeeld bij beide lusjes het begin van de lus onder, einde van de lus boven). Nu leg je de lussen de lussen over elkaar (zie animatie) en schuif je de knoop over de paal. Trek strak door aan beide uiteindes te trekken.

De schootsteek kan je (net als de platte knoop) gebruikten om twee lijnen aan elkaar te knopen. Deze wordt gebruikt voor lijnen met verschillende dikte.

Start met het maken van een lus met de dikke (blauwe) lijn. Ga nu met de dunne lijn van onder naar boven door de lus en haal deze achter de losse uiteindes van de lus langs. Als laatste moet het losse uiteinde achter zichzelf langs, maar boven de lus doorgestoken worden (zie animatie).

De slippende schootsteek lijkt op de enkele schootsteek, maar kan je sneller los krijgen door aan het slippende uiteinde te trekken.

De knoop begint hetzelfde als de enkele schootsteek, maar in plaats van het uiteinde door zichzelf te steken, maak je nu een lus en haal je deze lus door zichzelf. Ook hier; bekijk onderstaande animatie en daar wordt het een stuk duidelijker van.

De dubbele schootsteek is heel vergelijkbaar met de normale schootsteek, maar is iets steviger en je hebt minder kans dat de knoop eruit gaat als deze van spanning wordt gehaald.

De knoop begint hetzelfde als de enkele schootsteek en heeft één toevoeging; aan het eind doe je het uiteinde nog een keer om de lus heen en steek je dit uiteinde weer door zichzelf.

Deze knoop (officieel kikkersteek) gebruik je om een lijn vast te maken aan een kikker. Dit wordt vooral op grotere boten veel gebruikt.

Begin door met de lijn een hele ronde om de kikker heen te maken. Ga vervolgens kruislings boven de kikker langs en haal hem onder het uiteinde door. Herhaal dit nogmaals de andere kant op. Als laatste haal je de lijn onder door de kruislingse lijn door.

Het opschieten van een lijn is een manier om een lange lijn netjes achter te laten. Het belangrijkste doel is om te zorgen dat je hem zonder knopen weer uit elkaar kan halen.

Begin met een aantal grote lussen maken naast elkaar tot je ongeveer een halve meter over hebt. Die wikkel je vervolgens om de tros heen en het uiteinde haal je aan de bovenkant door de lus heen en trek je strak.